Voor veel mensen is het CBR-theorie-examen spannend — voor iemand met autisme kan het juist extra uitdagend voelen. De combinatie van tijdsdruk, complexe verhaal vragen, prikkels in de examenomgeving en het vertalen van abstracte situaties naar concrete antwoorden kan voor frictie zorgen. Maar met de juiste aanpak en ondersteuning kan iemand met autisme evengoed slagen.
Een belangrijke oorzaak van de moeilijkheden ligt in de cognitieve stijl die regelmatig wordt gezien bij autisme: mensen met autisme hebben soms moeite met contextuele verwerking — het zien van de ‘grote lijn’ — en neigen liever naar detailgerichte verwerking. Dit wordt in de literatuur benoemd als weak central coherence (zwakke centrale coherentie); de theorie dat autistische personen soms moeite hebben om het geheel/context te integreren.
In een examenvraag kan dit betekenen dat iemand zich vastbijt in details van de formulering, zonder de samenhang van de situatie goed te doorzien.
Ken jouw voorkeursleerstijl en combineer leermethoden die voor jou werken.
Ingrid Kersten
Daar komt bij dat veel theorie-examenvragen impliciete informatie bevatten of van je verwachten dat je meerdere signalen tegelijk interpreteert. Voor iemand met autisme kunnen impliciete regels minder helder zijn; dingen die voor anderen vanzelfsprekend zijn, zijn dan minder vanzelfsprekend. Ook verandering in routine of onverwachte instructies kunnen extra stress geven.
Verder is het zo dat autistische leerlingen vaker één voorkeursleerstijl hebben (bijvoorbeeld visueel of auditief) en minder flexibel zijn in het wisselen tussen stijlen.
Veel theorieboeken bevatten veel tekst en zijn minder visueel ondersteund; dat kan de toegang tot de stof belemmeren. Ook oefenexamens kunnen als overprikkelend ervaren worden als ze weinig rustpunten of verduidelijking bieden. Nervositeit en faalangst kunnen bij mensen met autisme sterker optreden, zeker in een omgeving met tijdsdruk en beoordelingsangst.
Kies een docent die begrijpt hoe autisme werkt
Een klassikale cursus in kleine groepen met een docent die begrijpt hoe autisme werkt, kan daarom enorm helpen. Door stap voor stap de stof te behandelen, door veel voorbeelden te geven en ruimte te bieden voor verduidelijking, wordt de leerstof minder abstract. Visuele ondersteuning (dynamisch beeld) en het expliciet benoemen van verbanden kunnen het begrip versterken.

Het combineren van leermethoden — boek, app én klassikaal — geeft vaak het beste resultaat. Je kunt de stof vanuit verschillende invalshoeken leren en oefenen. Belangrijk is dat herhaling, rustmomenten en checks op begrip ingebouwd worden, zodat de kennis niet vervaagt. Met begrip, passende begeleiding, duidelijke structuur en de juiste leermiddelen ligt slagen binnen handbereik.
Het gaat niet om de snelheid, maar om het vinden van de leerlijn die past bij jouw manier van denken en leren. En Theorie-Bootcamp kan jou hierbij helpen.







Reacties zijn gesloten